Harde smut van tarwe: 5 soorten en symptomen van uiterlijk, controlemethoden

Smut ziekten van granen zijn alomtegenwoordig. Overweeg de beschrijving van een van de soorten ziekte - harde smut van tarwe, de oorzaken van het optreden, de belangrijkste symptomen, soorten ziekte. Hoe om te gaan met de ziekte, welke methoden te gebruiken. Is het toegestaan om met vuil besmette tarwekorrels te gebruiken, welke preventiemethoden moeten worden gebruikt om infectie van gewassen te voorkomen.

Beschrijving van de ziekte

Bunt smut-pathogenen zijn verschillende soorten basidiale schimmels van het geslacht Tilletia, die verschillen in morfologische kenmerken van teliosporen. De tekenen van schade aan granen zijn hetzelfde.

De schimmel Tilletia cariës Tul is wijdverbreid in Centraal- en West-Rusland. De soort omvat verschillende vormen en rassen die bepaalde soorten cultuur beïnvloeden. Een andere soort - Tilletia laevis Kuehn - komt voor in Zuidoost-Europa, West-Siberië en Centraal-Azië. De soort Tilletia intermedia Gassner komt voor in de Kaukasus en Moldavië.

Bunt smut wordt beschouwd als een zeer schadelijke ziekte, het treft vooral zachte variëteiten van gewassen. De veroorzakers van de ziekte ontwikkelen zich in 2 fasen. Het basidiale stadium begint met de ontkieming van sporen in de grond en de vorming van basidia, waaruit infectieuze hyfen worden gevormd. Bij het bereiken van de zaailing verspreiden ze zich door de plant, dringen door in de stengels, bladeren en vervolgens in de oren. Gunstige omstandigheden voor de ontwikkeling van sporen ontstaan bij een vochtgeh alte van 40-60% en een bodemtemperatuur van 5-10 °C.

De volgende fase begint gelijktijdig met de vorming van korrels.Mycelium groeit erin en er wordt een sporenmassa gevormd in de buitenste schil. Bij het oogsten en dorsen worden de aangetaste granen vernietigd, de sporen verspreiden zich en vallen op gezonde granen, vooral veel ervan worden in de groef gevonden. Bij het zaaien van besmet graan vallen de sporen in de grond.

Oorzaken van optreden

Nieuwe granen worden aangetast door sporen als de voorganger besmette tarwe was. Opkomstconditie: er mogen niet meer dan 2-3 weken verstrijken tussen ploegen en zaaien.

De bron van infectie voor graan zijn landbouwwerktuigen, zaaimachines, containers, als ze sporen hebben gekregen, en desinfectie is niet gedaan. Ernstige roetschade wordt waargenomen tijdens het vroege zaaien van zomertarwe en late wintertarwe. Tegelijkertijd sterven planten gedeeltelijk af in het kiemstadium, waardoor de zaaidichtheid afneemt.

Symptomen

Tekenen van smut in intense manifestatie kunnen worden waargenomen in het stadium van melkachtige rijpheid, aan het begin.Geïnfecteerde aartjes hebben een enigszins afgeplat uiterlijk, hun kleur is heldergroen met een blauwachtige tint. De bloemschubben zijn gespreid; wanneer ze worden geplet, komt er een grijsachtige vloeistof vrij met een onaangename geur die lijkt op haring, waarvan de bron de stof trimethylamine is, uit het oor. Bij het bereiken van het stadium van volledige rijpheid is het kleurverschil van de aartjes bijna onmerkbaar.

In plaats van korrels zijn er donkere ronde smutzakken. Ze breken gemakkelijk, terwijl de sporen naar buiten komen. Je kunt oren die door smet zijn aangetast, herkennen aan het feit dat ze niet buigen zoals gezonde oren, omdat de sporenzakjes licht zijn.

Beelden

De ziekte omvat verschillende soorten die verschillen in pathogenen en symptomen.

Hard

Schimmels infecteren gecultiveerde granen en meerjarige wilde graangrassen. Schimmels worden verspreid via zaden die besmet zijn tijdens het oogsten en dorsen.Planten worden geïnfecteerd in het zaailingstadium. De bodemtemperatuur, die in de zaadlaag 5-10°C bereikt en een luchtvochtigheid van 40-60%, vroege of late zaaidata, vooral in combinatie met koel weer, overmatige zaaddieping, verdikking, het verbouwen van tarwe op arme of leemachtige zware gronden dragen bij aan de ontwikkeling van de ziekte. .

Stof

De schimmel treft alleen aartjes. De veroorzaker is de schimmel Ustilago tritici. In de aangetaste korrels ontwikkelt zich een zwarte stoffige massa. Overal waar tarwe wordt verbouwd, wordt los vuil gevonden; in streken met een warm klimaat wordt ook rogge aangetast. De eerste tekenen van de ziekte worden merkbaar in het beginstadium. Geïnfecteerde planten krijgen eerder oren dan gezonde, maar op dit moment is het oor al volledig vernietigd en ziet het eruit als een verbrand exemplaar.

Indiaas

Pathogeen - paddenstoel Tilletia Indica.Tarwezaden worden aangetast, de schimmel vernietigt weefsels in het deel waar het embryo zich bevindt en langs de groef. Op deze plek verschijnt een donkere stoffige massa sporen. Door gedeeltelijke schade zwellen zieke granen niet op, maar Indiase vuiligheid leidt tot een verkorting van het oor, verlies tot een derde van het graanvolume, verslechtering van de kwaliteit en de kwaliteit van het meel.

Dwerg

Pathogen - paddenstoel Tilletia controversa J.G. Kuhn. Door de aard van schade aan planten lijkt het op een harde smut, maar beïnvloedt niet alleen het oor, maar de hele plant. Infecteert tarwe, rogge, wilde granen, gevonden in Europese landen en Amerika.

Dwergvuil veroorzaakt vervorming van alle delen van de plant, veroorzaakt overmatige uitlopers, er worden meer scheuten gevormd op planten dan zou moeten - van 4 tot 54 stuks. Stengels en aartjes worden ingekort en verdicht. Oren hebben een bijna normaal uiterlijk, harde en breekbare vuilzakken worden gevormd in de korrels.

Stam

De ziekte wordt veroorzaakt door een schimmel genaamd Urocystis tritici Koern. Gemanifesteerd door de vorming van licht convexe langwerpige strepen op de bladeren, stengels. Eerst zijn de strepen licht, daarna donkerder en worden loodgrijs. De schil droogt op, de stroken barsten, er verschijnen donkere sporen onder. Zieke tarwestruiken slecht, blijft achter in groei, de bladeren krullen, de internodiën worden korter, het oor hangt. De korrels blijven onderontwikkeld of zetten helemaal niet in. De opbrengst van zieke gewassen kan 5 keer dalen. Hoofdvuil ontwikkelt zich in streken met een warm klimaat op zeer vochtige bodems.

Ziektebestrijdingsmethoden

Om de ziekte te vernietigen, worden de zaden chemisch behandeld met de preparaten "Maxim Plus", "Zolder", "Dino", "TMTD", "Comfort". In regio's waar gewone roet voorkomt, is het noodzakelijk om tarwevariëteiten te planten die er resistent tegen zijn, en op tijd, niet later en niet te vroeg te zaaien.De site moet worden bemest met organische of minerale meststoffen om de planten te voorzien van voedingsstoffen voor een normale ontwikkeling en versterking van de immuniteit.

Kan besmet graan worden gebruikt?

Het is verboden om door vuil aangetast graan te gebruiken voor het verkrijgen van meel voor het koken ervan voor menselijke voeding en diervoeder. Het bevat giftige stoffen die vergiftiging veroorzaken. Bij dieren zijn de symptomen van vergiftiging zenuwaandoeningen, problemen met slikken, onvaste gang, zwakte, convulsies van de kauwspieren en verminderde gevoeligheid. Er ontstaan maag-darmstoornissen, schade aan de ogen en de luchtwegen. Bij dieren die stierven aan vergiftiging, wordt hyperemie van de nieren, hersenen en longen en het slijmvlies van het spijsverteringskanaal opgemerkt. Smut-toxines hebben een bijzonder sterk toxisch effect op drachtige dieren.

Bij het selecteren van zaden om te zaaien, wordt rekening gehouden met het percentage van hun infectie. Als het meer dan 0,5% bedraagt, wordt het graan niet als zaad gebruikt.

Preventiemaatregelen

Gebruik tarwevariëteiten die bestand zijn tegen vuil om te groeien. Gebruik van schoon en ingelegd graan voor het zaaien. Herfst- en voorjaarsbewerking: herfstploegen en stoppelploegen. Houd u aan het vruchtwisselingsschema en zaai geen tarwe na granen, vooral niet in gebieden waar ziektegevallen zijn waargenomen. Naleving van de voorwaarden en methoden van zaaien, bemesting in de aanbevolen normen.

Bunt smut is een gevaarlijke schimmelziekte die overal voorkomt. Gecultiveerde planten vallen tarwe en rogge aan. Besmetting vindt plaats via besmette en onbehandelde zaden en landbouwwerktuigen.Overtreding van de zaaitijd, gunstige temperatuur en bodemvochtigheid voor sporenontkieming dragen bij aan infectie. Opbrengstverliezen door de ziekte kunnen aanzienlijk zijn als er geen preventieve en curatieve maatregelen worden genomen.